IPv6 gebruikt geen subnetmaskers op dezelfde manier als IPv4. In plaats daarvan gebruikt het voorvoegsellengtes , die een meer beknopte en efficiënte manier zijn om het netwerkadresbereik weer te geven.
Dit is waarom:
* vereenvoudigde adressering: IPv6 -adressen zijn veel langer dan IPv4 -adressen (128 bits versus 32 bits). Het gebruik van een apart subnetmasker zou omslachtig en overbodig zijn.
* Voorvoegsellengte: De lengte van het voorvoegsel geeft het aantal toonaangevende bits aan in een IPv6 -adres dat wordt gebruikt om het netwerk te identificeren. Een voorvoegsellengte van 64 betekent bijvoorbeeld dat de eerste 64 bits van het adres worden gebruikt om het netwerk te identificeren, terwijl de resterende 64 bits worden gebruikt voor hostadressen.
* flexibiliteit: Voorvoegsellengtes bieden meer flexibiliteit dan subnetmaskers. Ze zorgen voor een breder scala aan netwerkgroottes en kunnen eenvoudig worden aangepast om aan de veranderende behoeften te voldoen.
Voorbeeld:
In plaats van een subnetmasker op te geven, gebruikt IPv6 een voorvoegsellengte om het netwerkbereik te definiëren.
* IPv6 -adres: 2001:0db8:85a3:0000:0000:8a2e:0370:7334
* Voorvoegsellengte: /64
Dit betekent dat de eerste 64 bits van het adres (2001:0db8:85a3:0000:0000:8a2e:0370) worden gebruikt om het netwerk te identificeren en de resterende 64 bits worden gebruikt voor hostadressen.
Samenvattend:
IPv6 gebruikt geen subnetmaskers, maar gebruikt in plaats daarvan voorvoegsellengtes om netwerkbereiken te definiëren. Dit biedt een eenvoudiger, efficiëntere en flexibelere benadering van netwerkadressering. |