DNS -servers gebruiken een hiërarchische database genaamd het Domain Name System (DNS) Om domeinnamen op IP -adressen op te lossen. Deze database is georganiseerd in een boomachtige structuur met verschillende niveaus:
1. Root Servers: Dit zijn de servers op het hoogste niveau die informatie bevatten over de structuur van het DNS-systeem en de locaties van het volgende niveau van servers.
2. Domeinen op topniveau (TLD's): Deze servers zijn verantwoordelijk voor het beheren van domeinen zoals ".com", ".NET", ".org" en landspecifieke domeinen. Ze bevatten informatie over de gezaghebbende naamservers van het domein.
3. Autoritaire naam Servers: Dit zijn specifieke servers die verantwoordelijk zijn voor een bepaald domein of subdomein. Ze houden de daadwerkelijke toewijzing van domeinnamen aan IP -adressen.
4. Recursieve naamservers: Dit zijn de servers waarmee gebruikers meestal interageren. Wanneer een gebruiker een domeinnaam invoert, vraagt zijn lokale computer een recursieve naamserver op. Deze server zal vervolgens een reeks aanvragen doen naar verschillende niveaus van servers in de DNS -hiërarchie totdat deze de gezaghebbende naamserver bereikt voor het gevraagde domein.
Hoe het werkt:
1. Een gebruiker voert een domeinnaam in (bijv. Www.example.com) in hun browser.
2. De browser verzendt een DNS -verzoek naar de lokale recursieve naamserver.
3. De recursieve naamserver controleert zijn cache op het IP -adres. Als het niet wordt gevonden, begint het de DNS -hiërarchie te ondervragen, beginnend met de root -servers.
4. De root -servers bieden het adres van de TLD -server voor ".com".
5. De ".com" -server biedt het adres van de gezaghebbende naamserver voor "voorbeeld.com".
6. De gezaghebbende naamserver biedt het IP -adres voor "www.example.com".
7. De recursieve naamserver cacheert het IP -adres en retourneert het naar de browser van de gebruiker.
8. De browser maakt verbinding met de website met behulp van het meegeleverde IP -adres.
Naast de hiërarchische database gebruiken DNS -servers ook:
* Caching: Servers slaan vaak op om domein-tot-IP-toewijzingen in hun cache om toekomstige verzoeken te versnellen.
* Resource Records (RRS): Dit zijn gegevensstructuren die de toewijzingsinformatie tussen domeinnamen en IP -adressen bevatten, evenals andere relevante gegevens zoals e -mailserveradressen.
* DNS -zones: Dit zijn collecties van RR's die een bepaald domein definiëren.
Het hele proces van DNS -resolutie zorgt ervoor dat gebruikers gemakkelijk toegang hebben tot websites en andere online bronnen zonder IP -adressen te hoeven onthouden. |