Het Hypertext Transfer Protocol (HTTP) vormt de basis van datacommunicatie voor het World Wide Web. De primaire functie is om webbrowsers en andere clients in staat te stellen bronnen (zoals webpagina's, afbeeldingen, video's, enz.) op te vragen en op te halen van webservers. Dit gebeurt via een client-serverarchitectuur waarbij:
1. Een client (bijvoorbeeld een webbrowser) initieert een verzoek aan een server en specificeert de gewenste bron (bijvoorbeeld met behulp van een URL).
2. De server ontvangt het verzoek , verwerkt deze (bijvoorbeeld door de gevraagde gegevens uit de opslag op te halen) en stuurt een antwoord terug.
3. Het antwoord bevat de gevraagde bron (bijvoorbeeld HTML, afbeeldingsgegevens) , samen met metagegevens (zoals HTTP-statuscodes die succes of mislukking aangeven, inhoudstype, enz.).
4. De klant ontvangt het antwoord en geeft de bron aan de gebruiker weer.
Kortom, de functie van HTTP is het beheren van de communicatie tussen clients en servers, waardoor de overdracht van hypertekst en andere bronnen via internet mogelijk wordt. Het definieert het formaat van verzoeken en antwoorden en zorgt ervoor dat zowel client als server elkaar begrijpen. |