Dit is hoe een internetserver onderscheid maakt tussen FTP en HTTP -verkeer:
poortnummers:
* De sleutel tot onderscheid tussen services is het bestemmingspoortnummer. Elke service gebruikt een specifiek poortnummer voor communicatie.
* FTP gebruikt poort 21 voor besturingsverbindingen en poort 20 voor gegevensoverdrachten.
* http gebruikt poort 80 voor standaardcommunicatie (en poort 443 voor HTTPS).
Hoe het werkt:
1. Inkomende verbinding: Een client (uw webbrowser of FTP -client) initieert een verbinding met het IP -adres van de server.
2. bestemmingspoort: De client geeft het bestemmingspoortnummer op in de TCP -header van het netwerkpakket.
3 .'s luisteraar van de server: De server heeft processen (daemons of services genoemd) luisteren op specifieke poorten.
4. Matching Port: Wanneer een pakket aankomt met een specifieke bestemmingspoort, zal het proces van de server die op die poort luistert de verbinding vergeeft.
Voorbeeld:
* U opent uw browser en typt "www.example.com".
* Uw browser verzendt een HTTP -verzoek naar het IP -adres van de server en geeft poort 80 op.
* De HTTP -service van de server (bijv. Apache of Nginx) luistert op poort 80. Het accepteert de verbinding en het HTTP -protocol wordt gebruikt om gegevens uit te wisselen.
Samenvattend: De server weet welke applicatie moet worden gebruikt door het bestemmingspoortnummer in de inkomende netwerkpakketten te onderzoeken. Hierdoor kan het tegelijkertijd verschillende soorten verkeer verwerken. |