1. Verzending van documenten: Bij zowel fysiek als elektronisch faxen gaat het om de verzending van documenten via een netwerk. Bij fysiek faxen zet een scanapparaat een fysiek document om in een elektronisch signaal, dat vervolgens via een telefoonlijn wordt verzonden. Bij elektronisch faxen heeft het document al een elektronisch formaat en wordt het via internet of een speciaal faxnetwerk verzonden.

2. Gebruik van faxnummers: Bij zowel fysiek als elektronisch faxen worden faxnummers gebruikt om het faxapparaat van de ontvanger te identificeren. Faxnummers zijn unieke identificatiegegevens die aan faxmachines worden toegewezen en waarmee de afzender de beoogde ontvanger van een fax kan specificeren.