Een subnetmasker met vaste lengte (FLSM) is een subnetmethode waarbij aan elk subnet hetzelfde aantal bits is toegewezen voor de subnet-ID. Dit betekent dat alle subnetten binnen een groter netwerk dezelfde grootte zullen hebben. Het is een eenvoudiger aanpak vergeleken met Variable Length Subnet Masking (VLSM).
Dit is wat het "vaste lengte" maakt:
* Consistent subnetmasker: Elk subnet gebruikt *hetzelfde* subnetmasker. Dit masker bepaalt het aantal bits dat wordt gebruikt voor het netwerkadres en het aantal bits dat wordt gebruikt voor het hostadres. Het aantal beschikbare hostadressen binnen elk subnet is daarom constant.
* Vereenvoudigd beheer: Omdat alle subnetten even groot zijn, is het beheer eenvoudiger. Er zijn minder berekeningen nodig om subnetadressen en beschikbare IP-adressen te bepalen.
* Minder flexibel: Het grootste nadeel is dat het minder efficiënt is. Als u netwerken heeft met verschillende behoeften aan IP-adressen, dwingt FLSM u hetzelfde aantal adressen toe te wijzen aan alle subnetten, zelfs als sommige subnetten maar een paar adressen nodig hebben en andere veel. Dit kan leiden tot verspilde IP-adressen.
Voorbeeld:
Stel dat u een /24-netwerk hebt (subnetmasker 255.255.255.0). Als u FLSM gebruikt om vier subnetten te maken, gebruikt u een /26 subnetmasker (255.255.255.192). Elk subnet zou 62 bruikbare hostadressen hebben (2
6
- 2).
Met VLSM kunt u daarentegen subnetten van verschillende groottes maken, met behulp van subnetmaskers zoals /26, /27, /28, etc., indien nodig om IP-adressen optimaal toe te wijzen op basis van de vereisten van elk subnet. |