Het bereik van poorten dat bruikbaar is voor zowel TCP-services (bestemmingspoorten) als clientbronpoorten is 0 tot 65535 . Dit komt omdat TCP 16-bit poortnummers gebruikt, waardoor 2
16
mogelijk is =65.536 mogelijke poortnummers. Sommige van deze poorten zijn echter gereserveerd:
* 0-1023 (bekende poorten): Deze zijn gereserveerd voor systeemdiensten en worden doorgaans toegewezen door IANA (Internet Assigned Numbers Authority). Voorbeelden hiervan zijn poort 80 (HTTP), 443 (HTTPS), 21 (FTP), enz. Clients kunnen deze poorten doorgaans *niet* als bronpoorten gebruiken.
* 1024-49151 (geregistreerde poorten): Deze poorten worden door IANA toegewezen aan specifieke applicaties. Hoewel clients ze *kunnen* gebruiken, wordt het over het algemeen aanbevolen om hogere poorten te gebruiken om conflicten te voorkomen.
* 49152-65535 (dynamische/privépoorten/kortstondige poorten): Dit bereik wordt doorgaans door clients gebruikt als bronpoorten. Het besturingssysteem wijst voor elke uitgaande verbinding dynamisch een poort uit dit bereik toe.
Hoewel technisch gezien elke poort van 0 tot 65535 door een client als bronpoort *gebruikt* kan worden, is het daarom het beste om alleen het dynamische/privépoortbereik (49152-65535) te gebruiken. Het gebruik van poorten in het geregistreerde poortbereik als bronpoorten is niet per definitie verkeerd, maar vergroot wel de kans op conflicten en potentiële verwarring. |