TELNET (Telecommunications Network) is een netwerkprotocol dat wordt gebruikt om een tekstgebaseerde verbinding tot stand te brengen tussen een gebruiker en een externe computer. Hiermee kunnen gebruikers inloggen op een externe computer en daarop opdrachten uitvoeren alsof ze op de fysieke terminal zitten. TELNET is een van de oudste en meest gebruikte netwerkprotocollen en is al jaren een essentieel hulpmiddel voor netwerkbeheerders en externe gebruikers.
Zo werkt TELNET:
1. Een gebruiker initieert een TELNET-sessie door de TELNET-clienttoepassing op zijn lokale computer uit te voeren.
2. De TELNET-client brengt een verbinding tot stand met de TELNET-server op de externe computer, meestal op poort 23.
3. De gebruiker voert zijn inloggegevens in, zoals gebruikersnaam en wachtwoord, om zichzelf te authenticeren op de externe computer.
4. Na authenticatie voert de gebruiker opdrachten in die op de externe computer moeten worden uitgevoerd, en de uitvoer van deze opdrachten wordt weergegeven op de lokale terminal van de gebruiker.
TELNET biedt eenvoudige terminalemulatie, waardoor gebruikers kunnen communiceren met de opdrachtregelinterface (CLI) van de externe computer. Gebruikers kunnen door mappen navigeren, bestanden bewerken, programma's uitvoeren en andere taken uitvoeren die vanuit de CLI kunnen worden uitgevoerd.
TELNET is een eenvoudig en veelzijdig protocol, maar standaard ook onveilig. Alle gegevens die via een TELNET-verbinding worden verzonden, inclusief inloggegevens, opdrachten en uitvoer, worden in platte tekst verzonden. Dit betekent dat iedereen die het netwerkverkeer kan onderscheppen, de gevoelige informatie kan lezen die tijdens de sessie wordt uitgewisseld.
Om deze reden mag TELNET niet worden gebruikt via niet-vertrouwde netwerken zonder aanvullende beveiligingsmaatregelen, zoals encryptie. Secure Shell (SSH) is een veiliger alternatief voor TELNET dat gecodeerde verbindingen en verbeterde beveiligingsfuncties biedt.
Ondanks de beveiligingsbeperkingen blijft TELNET nuttig voor bepaalde scenario's, zoals beheer op afstand, foutopsporing en testen. Het wordt nog steeds ondersteund door veel besturingssystemen en netwerkapparaten, waardoor het een handig hulpmiddel is voor netwerkbeheertaken. |