Er zijn een paar manieren om de FTP-poort op Linux te controleren.
1. Gebruik de opdracht netstat.
De opdracht netstat kan worden gebruikt om alle open poorten op een Linux-systeem weer te geven. Gebruik de volgende opdracht om de poorten weer te geven die naar FTP-verbindingen luisteren:
```
netstat -ltn | grep ftp
```
Met deze opdracht wordt een lijst weergegeven met alle open poorten op het systeem, inclusief de FTP-poort. De FTP-poort is doorgaans 21.
2. Gebruik de opdracht lsof.
De opdracht lsof kan worden gebruikt om alle geopende bestanden op een Linux-systeem weer te geven. Gebruik de volgende opdracht om de geopende bestanden weer te geven die aan de FTP-poort zijn gekoppeld:
```
lsof -nP | grep ftp
```
Met deze opdracht wordt een lijst weergegeven met alle geopende bestanden die aan de FTP-poort zijn gekoppeld, inclusief de PID van het proces dat de poort gebruikt.
3. Gebruik de telnet-opdracht.
Het telnet-commando kan worden gebruikt om te testen of de FTP-poort open is. Gebruik de volgende opdracht om de FTP-poort te testen:
```
telnet localhost 21
```
Als de FTP-poort open is, wordt u om een gebruikersnaam en wachtwoord gevraagd. Als de FTP-poort gesloten is, krijgt u een foutmelding te zien. |