Het belangrijkste voordeel van het gebruik van vooraf toegewezen UDP-poortnummers (ook bekend als bekende poorten, genummerd van 0-1023) is vereenvoudiging van de ontwikkeling en implementatie van applicaties .
Omdat deze poorten wereldwijd worden herkend en geassocieerd met specifieke services (bijvoorbeeld poort 80 voor HTTP, poort 21 voor FTP), vereisen toepassingen die hiervan gebruikmaken niet dat gebruikers het poortnummer opgeven wanneer ze verbinding maken. De clienttoepassing kan eenvoudigweg verbinding maken met de juiste hostnaam of het juiste IP-adres, en het besturingssysteem weet het verkeer naar de juiste poort te leiden. Dit maakt de applicaties veel gebruiksvriendelijker en gemakkelijker te implementeren, omdat er geen noodzaak is voor complexe poortconfiguratie.
Dit gebruiksgemak brengt echter het grote nadeel met zich mee dat alleen bevoorrechte gebruikers (doorgaans root of beheerder) zich aan deze poorten kunnen binden, waardoor het beveiligingsrisico van het uitvoeren van applicaties hiermee toeneemt. Dat is de reden waarom de meeste toepassingen kiezen voor het gebruik van kortstondige poorten (poorten met een hoger nummer worden dynamisch toegewezen). |