In een OSPF-netwerk kunnen routers drie hoofdrollen hebben:
1. Router: Dit is de meest fundamentele rol. Een router neemt eenvoudigweg deel aan het OSPF-proces en ontvangt en verzendt link-state advertenties (LSA's) om zijn eigen link-state database op te bouwen en te onderhouden. Het stuurt pakketten door op basis van de routeringsinformatie die is geleerd uit de OSPF-database.
2. Aangewezen router (DR): Binnen een netwerksegment met meerdere toegangen (zoals een LAN verbonden via Ethernet of een Frame Relay-cloud) wordt slechts één router gekozen als DR. De DR is verantwoordelijk voor het ontvangen en doorsturen van alle OSPF LSA's binnen dat segment. Alle andere routers in het segment sturen hun LSA's alleen naar de DR. Dit vermindert het aantal LSA-uitwisselingen tussen de routers in het segment en verbetert de efficiëntie.
3. Back-up aangewezen router (BDR): In een multi-access netwerksegment wordt ook voor een BDR gekozen. De BDR fungeert als back-up voor de DR. Als de DR mislukt, neemt de BDR het over als de DR, waardoor een continue OSPF-werking binnen het segment wordt gegarandeerd. |