Een router biedt verschillende belangrijke diensten, voornamelijk gericht op het leiden van netwerkverkeer:
1. Pakket doorsturen: Dit is de kernfunctie. Een router ontvangt datapakketten (de kleinste gegevenseenheden die via een netwerk worden verzonden) en onderzoekt het IP-adres van hun bestemming. Op basis hiervan en de routeringstabel (een database met netwerkadressen en de beste paden om deze te bereiken) stuurt het het pakket door naar de volgende hop richting zijn bestemming. Dit proces wordt herhaald totdat het pakket zijn eindbestemming bereikt.
2. Routering: Dit omvat het bepalen van het beste pad dat een pakket over een netwerk kan afleggen. Routers gebruiken verschillende routeringsprotocollen (zoals RIP, OSPF, BGP) om informatie over netwerktopologie en beschikbare paden uit te wisselen met andere routers, waardoor ze hun routeringstabellen kunnen bouwen en onderhouden.
3. Netwerkadresvertaling (NAT): Veel thuisrouters gebruiken NAT om IP-adressen te besparen. NAT vertaalt privé-IP-adressen die binnen een thuisnetwerk worden gebruikt naar één openbaar IP-adres dat wordt gebruikt voor communicatie met internet. Hierdoor kunnen meerdere apparaten op een thuisnetwerk één openbaar IP-adres delen.
4. Subnetten: Routers kunnen grotere netwerken opsplitsen in kleinere subnetten, waardoor de netwerkefficiëntie en beveiliging worden verbeterd. Dit omvat het toewijzen van verschillende IP-adresbereiken aan verschillende delen van het netwerk.
5. Firewallfunctionaliteit: De meeste moderne routers bevatten een firewall om het netwerk te beschermen tegen ongeoorloofde toegang. Hierbij wordt inkomend en uitgaand netwerkverkeer geïnspecteerd en op basis van vooraf gedefinieerde regels geblokkeerd of toegestaan.
6. Servicekwaliteit (QoS): Sommige routers kunnen bepaalde soorten netwerkverkeer voorrang geven boven andere. Dit is handig voor toepassingen zoals videoconferenties of online gaming die een lage latentie en hoge bandbreedte vereisen.
7. Wireless Access Point (WAP)-functionaliteit: Veel thuisrouters hebben ook een ingebouwde WAP, waardoor draadloze apparaten verbinding kunnen maken met het netwerk. Dit omvat het beheren van draadloze verbindingen, authenticatie (bijvoorbeeld WPA2/3) en het toewijzen van IP-adressen aan draadloze clients.
8. DHCP-server: Veel routers fungeren als DHCP-server en wijzen automatisch IP-adressen, subnetmaskers en andere netwerkconfiguratie-informatie toe aan apparaten in het netwerk. Dit vereenvoudigt het netwerkbeheer.
9. VPN-functionaliteit: Sommige routers ondersteunen Virtual Private Networks (VPN's), waardoor veilige toegang tot een privénetwerk via een openbaar netwerk zoals internet mogelijk is.
10. Statische routering: Hiermee kan een netwerkbeheerder specifieke routes handmatig configureren, waarbij de automatisch geleerde routes van dynamische routeringsprotocollen worden overschreven. Dit is handig voor specifieke netwerkconfiguraties of probleemoplossing.
Dit zijn de belangrijkste diensten. De specifieke beschikbare functies zijn afhankelijk van het type en de mogelijkheden van de router. |