Routers gebruiken het ip -adres van bestemming Binnen een IP -pakket om routeringsbeslissingen te nemen.
Dit is waarom:
* bestemmings IP -adres: Dit veld geeft de uiteindelijke ontvanger van het pakket aan. Routers onderhouden routeringstabellen die bestemmings -IP -adressen toewijzen aan de volgende hop in het netwerkpad. Door het IP -adres van de bestemming te onderzoeken, kan een router bepalen welke uitgaande interface om het pakket door te sturen.
Terwijl andere delen van het IP -pakket kunnen worden overwogen, is het bestemmings -IP -adres de primaire factor bij routeringsbeslissingen.
Hier zijn enkele andere delen van een IP -pakket en hun rollen:
* Bron IP -adres: Identificeert de oorsprong van het pakket. Dit wordt gebruikt voor het volgen en debuggen, maar niet direct betrokken bij routebeslissingen.
* Time to Live (TTL): Neemt bij elke hop af en wordt gebruikt om te voorkomen dat pakketten eindeloos lussen.
* protocol: Specificeert het protocol op een hoger niveau (bijv. TCP, UDP) die in het pakket wordt gedragen. Deze informatie kan worden gebruikt voor bepaalde routeringsbeslissingen, maar is niet de primaire factor. |