Er is geen eenduidig antwoord op de vraag hoeveel uur opnemen een geluidskaart van 128 MB kan bevatten. Het hangt volledig af van de bitsnelheid en de bemonsteringsfrequentie die voor de opname worden gebruikt.
* Bitsnelheid: Dit bepaalt de kwaliteit van het geluid. Hogere bitsnelheden (bijvoorbeeld 192 kbps, 256 kbps) betekenen een betere kwaliteit maar grotere bestandsgroottes. Lagere bitsnelheden (bijvoorbeeld 32 kbps) betekenen een lagere kwaliteit maar kleinere bestandsgroottes.
* Voorbeeldpercentage: Dit bepaalt hoeveel ‘snapshots’ van de geluidsgolf er per seconde worden gemaakt. Hogere bemonsteringsfrequenties (bijvoorbeeld 44,1 kHz, 48 kHz) betekenen een betere betrouwbaarheid maar grotere bestandsgroottes. Lagere bemonsteringsfrequenties betekenen een lagere betrouwbaarheid maar kleinere bestandsgroottes.
Om de opnametijd te berekenen, moet u de specifieke gebruikte bitsnelheid en bemonsteringssnelheid weten. De formule is grofweg:
`Opnametijd (seconden) =(kaartgrootte in bytes) / (bitsnelheid in bits/seconde * bemonsteringssnelheid in samples/seconde * bytes per sample)`
Waar:
* Bytes per sample zijn afhankelijk van de bitdiepte (16-bits audio gebruikt bijvoorbeeld 2 bytes per sample).
Zonder de bitsnelheid en de bemonsteringsfrequentie te kennen, is het onmogelijk om een definitief antwoord te geven. Een kaart van 128 MB kan een paar uur aan opnamen van lage kwaliteit bevatten tot slechts een paar minuten aan opnamen van hoge kwaliteit. |