Geluidscartridges verwijzen, in de context van oudere audiotechnologie, naar kleine, vervangbare containers die een magnetisch opnamemedium bevatten. Deze werden in verschillende apparaten gebruikt, met name:
* Platenspelers (fonografen): Dit zijn de meest voorkomende associaties. Vroege grammofoons gebruikten cilinders, maar gingen later over op schijfplaten die waren ondergebracht in een "cartridge", die vaak een eenvoudige kartonnen hoes was. Hoewel ze niet altijd expliciet 'cartridges' worden genoemd, voldoet het verwisselbare karakter van deze schijven aan de definitie.
* 8-trackspelers: De cassette met acht sporen was een belangrijk formaat in de jaren zestig en zeventig en bevatte een doorlopende lus van magneetband die muziek afspeelde. Dit is een goed voorbeeld van een geluidscartridge.
Het is belangrijk om geluidscartridges te onderscheiden van andere vergelijkbare technologieën:
* Cassettes: Hoewel cassettebandjes vaak als vergelijkbaar worden beschouwd, worden ze vanwege hun verschillende ontwerp en mechanisme meestal als een aparte categorie beschouwd. Hoewel het bij beide om magneetband ging, maakten cassettes gebruik van een reel-to-reel-systeem ingesloten in een plastic behuizing.
Kortom, 'geluidscartridge' is een brede term die het best wordt begrepen binnen zijn historische context, en verwijst meestal naar een op zichzelf staande, gemakkelijk verwisselbare eenheid die een magnetische geluidsopname bevat. |