| De serverbehoeften van een schoolnetwerk zijn sterk afhankelijk van de omvang en de diensten die het biedt, maar over het algemeen maakt een schoolnetwerk gebruik van een combinatie van servertypen, vaak inclusief:
* Bestandsservers: Deze zijn essentieel voor het opslaan en beheren van studenten- en personeelsbestanden, documenten en andere gegevens. Ze maken vaak gebruik van technologieën zoals Network File System (NFS) of Server Message Block (SMB/CIFS). Dit kunnen fysieke servers of virtuele machines zijn.
* Printservers: Beheer afdrukwachtrijen en laat gebruikers afdrukken op gedeelde netwerkprinters. Deze functionaliteit is tegenwoordig vaak geïntegreerd in andere servers, in plaats van in een dedicated server.
* Domeincontrollers (Active Directory): Voor grotere scholen beheert Active Directory gebruikersaccounts, beveiligingsbeleid en netwerkbronnen. Dit is cruciaal voor gecentraliseerd gebruikersbeheer en beveiliging. Kleinere scholen kunnen een eenvoudigere adreslijstservice gebruiken of zelfs afhankelijk zijn van individuele computeraccounts.
* Mailservers: E-mail voor de schoolgemeenschap afhandelen. Deze vereisen vaak robuuste beveiligingsmaatregelen om gevoelige informatie te beschermen. Scholen besteden dit vaak uit aan diensten als Google Workspace of Microsoft 365, waardoor er minder behoefte is aan een mailserver op locatie.
* Webservers: Host de website van de school en mogelijk andere interne webapplicaties.
* Databaseservers: Bewaar en beheer gegevens voor verschillende toepassingen, zoals studenteninformatiesystemen (SIS), bibliotheekdatabases of leermanagementsystemen (LMS). Vaak zijn deze geïntegreerd in het SIS of LMS.
* Applicatieservers: Voer en beheer specifieke applicaties uit die door de school worden gebruikt, zoals het SIS of LMS. Dit kan een eigen server zijn of geïntegreerd met een databaseserver.
De specifieke hardware die wordt gebruikt (fysieke servers versus virtuele machines in een cloud- of lokale omgeving) zal variëren op basis van budget en technische expertise. Kleinere scholen kunnen sterk afhankelijk zijn van cloudgebaseerde diensten, terwijl grotere scholen hun eigen infrastructuur ter plaatse kunnen onderhouden met een mix van fysieke en virtuele servers. Het besturingssysteem zou waarschijnlijk Windows Server zijn (voor Active Directory en andere op Microsoft gerichte services) of Linux (voor flexibelere en vaak open-sourceoplossingen). |