Naast de kernaudiofunctionaliteit kan een geluidskaart andere ingebouwde apparaten bevatten die Windows na installatie detecteert. Deze variëren sterk, afhankelijk van het specifieke geluidskaartmodel, maar veelvoorkomende voorbeelden zijn:
* Microfoon: Een ingebouwde microfoon wordt gedetecteerd als audio-invoerapparaat.
* Lijninvoer: Een aparte line-in-aansluiting voor het aansluiten van externe audiobronnen (zoals een platenspeler of cassettespeler).
* SPDIF in/uit (digitale audio): Deze poorten maken digitale audio-invoer en -uitvoer mogelijk en bieden een hogere kwaliteit dan analoge verbindingen. Windows zal ze detecteren als digitale audioapparaten.
* MIDI-invoer/uitvoer: Voor het aansluiten van muziekinstrumenten en andere MIDI-apparaten. Windows herkent ze als MIDI-poorten.
* Hoofdtelefoonversterker: Hoewel het niet *per se* een apart apparaat is, kan een speciale hoofdtelefoonversterker op de geluidskaart worden geïdentificeerd in de geluidsinstellingen, soms met een eigen volumeregeling.
* Gamepoort (zeldzaam): Oudere geluidskaarten kunnen een joystick of gamepoort bevatten.
* Optische schijf (zeer zeldzaam): Zeer ongebruikelijk bij moderne kaarten, maar sommige oudere kaarten hadden mogelijk een optische drive-interface.
* USB-hub: Sommige geïntegreerde geluidskaarten hebben een kleine USB-hub ingebouwd.
* Extra audioprocessors/effectprocessors: Sommige duurdere geluidskaarten hebben mogelijk speciale processors voor specifieke audio-effecten, zoals surround sound-verwerking of audioverbetering. Deze verschijnen in de software-instellingen.
Het is belangrijk op te merken dat Windows alleen apparaten detecteert en vermeldt die correct zijn geïnstalleerd en aangesloten. Als een apparaat fysiek aanwezig is op de geluidskaart, maar niet goed functioneert of geconfigureerd is, is het mogelijk niet zichtbaar in Windows Apparaatbeheer of Geluidsinstellingen. |