Rasterscan is een methode om een beeld te scannen of weergave te scannen door opeenvolgend verlichtingspunten (pixels) in een roosterpatroon te scannen. De kenmerken ervan omvatten:
* Sequentieel scannen: De afbeelding wordt regel voor lijn gescand, van boven naar beneden (of van links naar rechts, afhankelijk van de context). Elke regel wordt achtereenvolgens gescand van het ene uiteinde naar het andere. Dit is in tegenstelling tot vectorafbeeldingen, die afbeeldingen beschrijven als collecties van lijnen en curven.
* gebaseerd op pixel: De afbeelding bestaat uit een raster van individuele beeldelementen (pixels). De resolutie van het beeld wordt bepaald door het aantal pixels dat horizontaal en verticaal wordt gebruikt. Hogere pixel tellingen betekenen fijnere details en scherpere afbeeldingen.
* Resolutieafhankelijkheid: De kwaliteit van het rasterafbeelding is direct afhankelijk van de resolutie. Toenemende resolutie verhoogt de details, maar ook de bestandsgrootte en verwerkingseisen. Afnemende resolutie resulteert in verlies van detail en een blokkeer uiterlijk (pixelisatie).
* Ruimtelijke resolutie: Dit verwijst naar het aantal pixels per oppervlakte -eenheid (bijv. Pixels per inch of PPI). Hogere ruimtelijke resolutie betekent meer detail.
* Tijdelijke resolutie: In de context van video verwijst dit naar de framesnelheid (frames per seconde). Hogere tijdelijke resolutie resulteert in soepelere, meer vloeiende beweging.
* Interlacing (vaak geassocieerd met): Geïnterlinieerde scannen is een techniek waarbij eerst alleen de oneven genummerde scanlijnen worden gescand, gevolgd door de even genummerde lijnen. Dit vermindert de vereisten van de bandbreedte, maar kan leiden tot een flikkerend effect als de verversingssnelheid te laag is. Progressief scannen daarentegen scant alle lijnen opeenvolgend.
* gegevensrepresentatie: Rasterbeelden worden meestal weergegeven door een matrix van pixelwaarden, waarbij elke waarde overeenkomt met de kleur of intensiteit van een pixel. Gemeenschappelijke bestandsindelingen zijn onder meer JPEG, PNG, GIF, TIFF en BMP.
* Gegevenscompressie: Verschillende compressie -algoritmen worden gebruikt om de grootte van rasterbeeldbestanden te verminderen. Verliesloze compressie bewaart alle beeldgegevens, terwijl Lossy Compressie sommige gegevens weggooit om grotere compressieverhoudingen te bereiken.
* Schaalbaarheidsbeperkingen: Het vergroten van een rasterafbeelding kan leiden tot pixelisatie omdat het beeld bestaat uit discrete pixels. Krimpen resulteert in het algemeen in enig verlies van detail, hoewel minder opvallend dan uitbreiding.
Samenvattend draaien de belangrijkste kenmerken van Raster Scans rond de opeenvolgende, op pixel gebaseerde aard, die de resolutieafhankelijkheid, gegevensrepresentatie en inherente schaalbaarheidsbeperkingen bepaalt. Deze kenmerken contrasteren aanzienlijk met die van vectorafbeeldingen. |