In de ‘oude tijd’ van de computerwereld werd het maken van computers niet toegeschreven aan individuele individuen zoals we zouden denken aan moderne technologiebedrijven. In plaats daarvan was het een gezamenlijke inspanning waarbij veel mensen met verschillende vaardigheden betrokken waren. Enkele sleutelfiguren en organisaties vallen echter op:
* Vroege mechanische rekenmachines (pre-elektronische computers): Mensen als Blaise Pascal (Pascaline) en Charles Babbage (Difference Engine en Analytical Engine) staan bekend om het ontwerpen van mechanische rekenapparaten die de basis hebben gelegd voor toekomstige computers. Deze waren echter grotendeels conceptueel of gedeeltelijk gebouwd tijdens hun leven.
* Het ENIAC-team (Electronic Numerical Integrator and Computer): Dit team van de Universiteit van Pennsylvania wordt tijdens de Tweede Wereldoorlog algemeen beschouwd als de bouwer van de eerste elektronische digitale computer voor algemeen gebruik. Sleutelfiguren waren onder meer John Mauchly en J. Presper Eckert. Het is belangrijk op te merken dat hun werk ook bijdragen van een groot team van ingenieurs en technici met zich meebracht.
* Bell Labs: Bell Laboratories heeft een belangrijke bijdrage geleverd aan de vroege computertechnologie, vooral aan de ontwikkeling van transistors die cruciaal waren voor de miniaturisatie van computers.
* Universiteiten en onderzoekslaboratoria van de overheid: De vroege computerontwikkeling was sterk afhankelijk van financiering en middelen van universiteiten en overheidsinstanties zoals het Amerikaanse leger. Veel mensen bij deze instellingen hebben bijgedragen aan het ontwerp, de constructie en de programmering van vroege computers.
Er is dus geen eenduidig antwoord op de vraag 'wie maakte vroeger computers'. Het was een collectieve inspanning waarbij talloze ingenieurs, wiskundigen, programmeurs en technici betrokken waren die binnen universiteiten, de overheid en particuliere bedrijven werkten, voortbouwend op de fundamentele ideeën van eerdere pioniers. |