1. Centrale verwerkingseenheid (CPU): Het ‘brein’ van de computer, verantwoordelijk voor het uitvoeren van instructies.
2. Bewaken: Het beeldscherm waarop de uitvoer van de computer wordt weergegeven.
3. Toetsenbord: Een invoerapparaat dat wordt gebruikt om tekst en opdrachten te typen.
4. Muis: Een aanwijsapparaat dat wordt gebruikt om de cursor op het scherm te besturen.
5. Harde schijf (HDD) of Solid State Drive (SSD): Opslagapparaten die gegevens, programma's en het besturingssysteem bevatten. |