Hardware:
* Centrale verwerkingseenheid (CPU): Het brein van de computer, dat al zijn handelingen regelt.
* Random Access Memory (RAM): Tijdelijke opslag voor gegevens en instructies die door de CPU worden verwerkt.
* Opslagapparaten: Harde schijven, solid-state drives en optische drives die gegevens permanent opslaan.
* Invoerapparaten: Apparaten zoals toetsenborden, muizen en touchscreens waarmee gebruikers met de computer kunnen communiceren.
* Uitvoerapparaten: Apparaten zoals monitoren, printers en luidsprekers waarmee de computer met gebruikers kan communiceren.
Software:
* Besturingssysteem (OS): De basissoftware die de hardware aanstuurt en de basis vormt voor alle andere software.
* Toepassingssoftware: Programma's die specifieke taken uitvoeren, zoals tekstverwerking, surfen op het web en het spelen van games.
* Ontwikkeltools: Software die wordt gebruikt om nieuwe software te maken.
* Hulpprogramma's: Software die verschillende onderhouds- en optimalisatietaken uitvoert. |