Een computertoetsenbord bestaat uit verschillende toetstypen, gegroepeerd op functionaliteit. Hier is een overzicht:
1. Alfanumerieke toetsen: Dit zijn de standaard letter- en cijfertoetsen, die de kern van het typen vormen.
* Voorbeelden: A, B, C... Z; 1, 2, 3... 0
2. Modificatietoetsen: Deze toetsen veranderen de functie van andere toetsen wanneer ze tegelijkertijd worden ingedrukt.
* Voorbeelden:
* Verschuiving: Schrijft letters in hoofdletters, creëert symbolen bovenop cijfers.
* Ctrl (controle): Wordt samen met andere toetsen gebruikt voor sneltoetsen (bijvoorbeeld Ctrl+C om te kopiëren).
* Alt (alternatief): Wordt samen met andere toetsen gebruikt voor snelkoppelingen en speciale tekens.
* Windows-toets (of Command-toets op Mac): Opent het Startmenu (Windows) of Launchpad (Mac), geeft toegang tot systeemfuncties.
3. Functietoetsen (F-toetsen): Deze toetsen voeren doorgaans speciale functies uit, vaak contextafhankelijk (afhankelijk van het programma).
* Voorbeelden: F1 (helpt vaak), F2 (hernoemen), F5 (vernieuwen), F11 (volledig scherm). Hun exacte functie varieert sterk.
4. Navigatietoetsen: Met deze toetsen regelt u de cursorbeweging en het scrollen.
* Voorbeelden:
* Pijltoetsen (omhoog, omlaag, links, rechts): Verplaats de cursor.
* Pagina omhoog/Pagina omlaag: Blader een pagina omhoog of omlaag.
* Thuis: Verplaatst de cursor naar het begin van een regel of document.
* Einde: Verplaatst de cursor naar het einde van een regel of document.
* Invoegen: Schakelt vaak tussen invoeg- en overschrijfmodus.
* Verwijderen: Verwijdert tekens rechts van de cursor.
* Backspace: Verwijdert tekens links van de cursor.
5. Numeriek toetsenbord: Een apart gedeelte met toetsen gerangschikt als een rekenmachine. Vaak gebruikt voor numerieke gegevensinvoer. Veel laptops laten dit achterwege.
* Voorbeelden: 0-9, +, -, *, /, Enter (vaak een aparte Enter-toets op het toetsenbord).
6. Speciale toetsen: Deze toetsen vervullen verschillende functies.
* Voorbeelden:
* Invoeren/Retourneren: Bevestigt invoer, gaat naar de volgende regel.
* Spatiebalk: Voegt een spatie in.
* Tabblad: Verplaatst de cursor naar de volgende tabstop.
* Esc (Escape): Annuleert acties, sluit menu's.
* Afdrukscherm: Maakt een screenshot.
* Caps Lock: Hiermee worden alle getypte letters in hoofdletters gezet totdat deze worden uitgeschakeld.
7. Contextgevoelige sleutels: Sommige toetsen kunnen een andere functie hebben, afhankelijk van de gebruikte software.
Het is belangrijk op te merken dat de exacte indeling en aanwezigheid van sommige toetsen enigszins kan variëren, afhankelijk van de toetsenbordfabrikant, het besturingssysteem en het toetsenbordtype (bijvoorbeeld volledig formaat, compact, ergonomisch). |