Muizen zijn opmerkelijk flexibele wezens en kunnen zich door verrassend kleine openingen wurmen. De grootte van de gleuf waar een muis doorheen past, hangt af van het soort muis en zijn lichaamsgrootte. Over het algemeen passen de meeste muizen echter door sleuven van slechts 6-7 millimeter (0,24-0,28 inch) breed. Sommige kleinere soorten muizen, zoals de huismuis (Mus musculus), kunnen zelfs door sleuven passen die zo klein zijn als 3-4 millimeter (0,12-0,16 inch) breed.
Muizen hebben flexibele skeletten en kunnen hun lichaam verdraaien om door krappe ruimtes te passen. Ze hebben ook een relatief kleine kop en nek, waardoor ze door nauwe openingen kunnen wringen. Bovendien hebben muizen scherpe klauwen waarmee ze oppervlakken kunnen vastgrijpen en zichzelf door krappe ruimtes kunnen trekken.
Het vermogen van muizen om door kleine sleuven te passen, geeft hen toegang tot voedsel, onderdak en andere hulpbronnen. Het helpt hen ook te ontsnappen aan roofdieren en andere gevaren. |