De invoer voor een wig is kracht toegepast op het bredere uiteinde.
De uitvoer is een kracht uitgeoefend op de zijkanten van de wig, wat resulteert in het splijten, scheiden of optillen van een voorwerp. Deze uitgangskracht is doorgaans groter dan de ingangskracht, vanwege het mechanische voordeel van de vorm van de wig. |