Het primaire invoerapparaat dat wordt gebruikt voor het vastleggen van gegevens bij een geldautomaat is het toetsenbord (voor het invoeren van pincode en rekeningnummers) en de kaartlezer (voor het lezen van de informatie die op de ATM-kaart is gecodeerd).
De uitvoerapparaten zijn het scherm (waar informatie en aanwijzingen worden weergegeven) en de geldautomaat (geld uitdelen). De printer (voor bonnen) is ook een uitvoerapparaat, hoewel deze nu minder vaak wordt gebruikt nu digitale bonnen steeds gebruikelijker worden. |