Gegevens en instructies worden in een computer ingevoerd via verschillende invoerapparaten, die elk geschikt zijn voor verschillende soorten informatie:
Voor gegevens:
* Toetsenbord: Het meest gebruikte invoerapparaat voor tekst, cijfers en opdrachten.
* Muis: Wordt gebruikt om te wijzen, klikken en slepen op een grafische gebruikersinterface (GUI). Het is in de eerste plaats bedoeld voor interactie met de computer en niet voor het rechtstreeks invoeren van *gegevens* op dezelfde manier als een toetsenbord, maar het is cruciaal voor het navigeren en selecteren van gegevensinvoerlocaties.
* Touchscreen: Maakt directe manipulatie van elementen op het scherm mogelijk met vingers of een stylus. Vaak op smartphones, tablets en sommige laptops.
* Scanner: Converteert fysieke documenten (papier, foto's) naar digitale afbeeldingen of tekst.
* Microfoon: Legt audio-invoer vast, die vervolgens in tekst kan worden getranscribeerd of in audiotoepassingen kan worden gebruikt.
* Digitale camera: Legt afbeeldingen en video's vast.
* Webcam: Neemt live video op.
* Gamecontroller: Wordt gebruikt voor het invoeren van opdrachten en acties in videogames.
* MIDI-toetsenbord: Invoer voor muzieknoten en andere muzikale gegevens.
* Barcode/QR-codescanner: Leest streepjescodes en QR-codes om gecodeerde informatie in te voeren.
* Magnetische streeplezer: Leest gegevens van magneetstripkaarten (creditcards, ID-kaarten).
Voor instructies (programma's en opdrachten):
* Toetsenbord: U typt opdrachten rechtstreeks in een opdrachtregelinterface (CLI) of schrijft code in een teksteditor voor verschillende programmeertalen.
* Muis: Wordt gebruikt om opdrachten te selecteren en uit te voeren, vaak via grafische menu's of knoppen.
* Touchscreen: Vergelijkbaar met de muis, maar met aanraakbewegingen voor interactie met opdrachten en menu's op het scherm.
* Spraakherkenningssoftware: Bij sommige systemen kunnen gebruikers mondeling opdrachten geven.
Gegevens versus instructies: Het is belangrijk om te onderscheiden dat het onderscheid niet altijd scherp is. Een spreadsheetprogramma kan bijvoorbeeld numerieke gegevens als invoer accepteren, maar het *schikken* van die gegevens in een specifiek formaat (zoals een tabel met formules) is een vorm van instructie voor het programma. Op dezelfde manier is de code die u voor een programma schrijft gegevens *naar de computer*, maar deze vertegenwoordigt instructies voor wat de computer moet doen. De processor van de computer interpreteert deze gegevens als instructies. |