De iPhone X heeft de volgende invoerapparaten:
* Capacitief multitouch-aanraakscherm: Dit is de primaire invoermethode waarmee gebruikers met de interface kunnen communiceren via gebaren zoals tikken, vegen, knijpen en draaien.
* Nabijheidssensor: Deze sensor detecteert wanneer de telefoon zich in de buurt van het gezicht van de gebruiker bevindt, om bijvoorbeeld het scherm uit te schakelen tijdens een telefoongesprek. Hoewel het niet rechtstreeks bedoeld is voor *invoer* van de gebruiker, beïnvloedt het wel de gebruikerservaring en hoe de telefoon reageert op gebruikersacties.
* Omgevingslichtsensor: Net als de nabijheidssensor past deze de helderheid van het scherm automatisch aan op basis van het omgevingslicht. Nogmaals, geen directe invoer, maar beïnvloedt de gebruikerservaring.
* Versnellingsmeter: Detecteert de oriëntatie en beweging van de telefoon, gebruikt voor zaken als het draaien van het scherm en het besturen van games.
* Gyroscoop: Werkt samen met de versnellingsmeter voor nauwkeurigere bewegingsregistratie, waardoor het spelspel en andere bewegingsgerelateerde toepassingen worden verbeterd.
* Barometer: Meet de atmosferische druk, die in sommige apps kan worden gebruikt voor fitness-tracking of weergerelateerde functionaliteiten. Hoewel dit wordt gebruikt voor detectie, niet voor directe gebruikersinvoer.
* Home-knop (indirect): Hoewel het geen fysieke knop is zoals op eerdere iPhones, wordt de functionaliteit van de homeknop bereikt via gebaren op het scherm. Daarom is het scherm zelf de primaire interface.
Het is belangrijk op te merken dat hoewel de iPhone X verschillende sensoren heeft, de belangrijkste en vrijwel exclusieve methode voor gebruikersinvoer het touchscreen is. |