Een voedingseenheid (PSU) is een elektrisch apparaat dat elektrische stroom levert aan een elektronisch apparaat. Het zet de elektrische stroom van een stroombron, meestal een stopcontact, om en levert de juiste hoeveelheid en het juiste type spanning en stroom zodat het elektronische apparaat kan werken.
De voedingseenheid is een cruciaal onderdeel van elk elektronisch systeem, omdat deze ervoor zorgt dat het apparaat de nodige stroom krijgt om correct te functioneren. Zonder een voedingseenheid zou het elektronische apparaat niet kunnen werken.
De belangrijkste functie van een voedingseenheid is het omzetten van wisselstroom (wisselstroom) uit het stopcontact in gelijkstroom (gelijkstroom) die het elektronische apparaat kan gebruiken. Deze conversie is nodig omdat de meeste elektronische apparaten gelijkstroom nodig hebben om te kunnen werken.
Naast het omzetten van wisselstroom naar gelijkstroom, regelt de voedingseenheid ook de spannings- en stroomniveaus om ervoor te zorgen dat het elektronische apparaat de juiste hoeveelheid stroom ontvangt. Dit is belangrijk omdat te veel stroom het apparaat kan beschadigen, terwijl te weinig stroom ervoor kan zorgen dat het niet goed werkt.
Voedingseenheden zijn er in verschillende vormen en maten, afhankelijk van de stroomvereisten van het elektronische apparaat dat ze van stroom voorzien. Sommige voedingseenheden zijn in het elektronische apparaat zelf ingebouwd, terwijl andere externe apparaten zijn die via een netsnoer op het apparaat zijn aangesloten.
Hier vindt u een meer gedetailleerde uitleg van de verschillende functies van een voedingseenheid:
1. AC naar DC-conversie: De voedingseenheid zet de wisselstroom uit het stopcontact om in gelijkstroom die door het elektronische apparaat kan worden gebruikt. Deze conversie wordt uitgevoerd met behulp van een component die een gelijkrichter wordt genoemd en die bestaat uit diodes die de stroom slechts in één richting laten stromen.
2. Spanningsregeling: De voedingseenheid regelt het spanningsniveau van de gelijkstroom om ervoor te zorgen dat het elektronische apparaat de juiste hoeveelheid spanning ontvangt. Dit gebeurt met behulp van een onderdeel dat een spanningsregelaar wordt genoemd en dat het spanningsniveau binnen een bepaald bereik houdt.
3. Huidige regelgeving: De voedingseenheid regelt het huidige niveau van de gelijkstroom om ervoor te zorgen dat het elektronische apparaat de juiste hoeveelheid stroom ontvangt. Dit gebeurt met behulp van een component die een stroomregelaar wordt genoemd en die de hoeveelheid stroom beperkt die door het circuit kan stromen.
4. Overspanningsbeveiliging: De voedingseenheid beschermt het elektronische apparaat tegen spanningspieken, die het apparaat kunnen beschadigen. Dit gebeurt met behulp van een onderdeel dat overspanningsbeveiliging wordt genoemd en dat spanningspieken absorbeert en voorkomt dat deze het apparaat bereiken.
5. EMI/RFI-filtering: De voedingseenheid filtert elektromagnetische interferentie (EMI) en radiofrequentie-interferentie (RFI) uit de wisselstroomleiding. Dit gebeurt met behulp van een component die een filter wordt genoemd en die ongewenste frequenties blokkeert. |