Ubuntu en de meeste andere Linux-distributies hebben doorgaans geen schijfdefragmentatie nodig. Dit komt door de manier waarop het Linux-bestandssysteem (ext4 is bijvoorbeeld gebruikelijk in Ubuntu) is gestructureerd. In tegenstelling tot NTFS van Windows, dat in de loop van de tijd gefragmenteerd kan raken, zijn ext4 en andere Linux-bestandssystemen ontworpen om fragmentatie te minimaliseren. Ze wijzen de ruimte efficiënter en dynamischer toe, waardoor de verspreide bestandsstukken worden voorkomen die door defragmentatie worden aangepakt.
Hoewel je defragmentatiehulpprogramma's voor Linux *kunt* vinden, zijn ze zelden nodig en vaak ook niet nodig. Het gebruik ervan kan in de meeste scenario's de prestaties zelfs enigszins verslechteren. Als u vertragingen ondervindt, is de kans veel groter dat het probleem te maken heeft met andere factoren, zoals onvoldoende RAM, een trage harde schijf of softwareproblemen, dan met bestandsfragmentatie. |