Computervirussen hebben een aantal belangrijke kenmerken gemeen:
* Zelfreplicatie: Dit is het bepalende kenmerk. Een virus kan kopieën van zichzelf maken en deze kopieën verspreiden naar andere bestanden, programma's of systemen. Dit is hoe ze een systeem infecteren en zich vermenigvuldigen.
* kwaadwillige bedoelingen: Virussen zijn ontworpen om schade aan te richten. Deze schade kan variëren van kleine ergernissen (zoals het weergeven van pop-ups) tot aanzienlijke schade (zoals gegevensverlies of systeemcrashes). De bedoeling is altijd negatief, zelfs als het onmiddellijke effect uiterlijk niet destructief is.
* Bijlage bij een host: Virussen hebben een hostprogramma of -bestand nodig om zich aan te hechten en zich te verspreiden. Deze host is vaak een uitvoerbaar bestand (.exe, .com), een document (zoals een Word-bestand) of een script. Ze kunnen niet onafhankelijk bestaan of repliceren.
* Stealth: Virussen proberen vaak hun aanwezigheid te verbergen om detectie te voorkomen. Ze kunnen technieken gebruiken zoals cloaking, polymorfisme (het veranderen van hun code om detectie te omzeilen) of zichzelf diep in het systeem inbedden.
* Trigger: Veel virussen hebben een trigger:een specifieke gebeurtenis die hun kwaadaardige lading activeert. Dit kan een datum zijn, een specifieke actie van de gebruiker of gewoon het verstrijken van de tijd.
* Payload: De payload is de schadelijke actie die het virus uitvoert. Dit kan het volgende omvatten:
* Gegevensvernietiging: Bestanden verwijderen of gegevens beschadigen.
* Gegevensdiefstal: Gevoelige informatie stelen, zoals wachtwoorden, creditcardnummers of persoonlijke gegevens.
* Systeemverstoring: Het systeem laten crashen, vertragen of functionaliteit uitschakelen.
* Spammen: Het verzenden van ongevraagde e-mails of berichten vanaf het geïnfecteerde systeem.
* Backdoor-creatie: Het creëren van een verborgen manier voor aanvallers om op afstand toegang te krijgen tot het systeem.
* Ransomware: Bestanden versleutelen en losgeld eisen voor de vrijgave ervan.
Het is belangrijk op te merken dat de specifieke kenmerken en het gedrag van een virus sterk kunnen variëren, afhankelijk van het ontwerp en het doel ervan. De hierboven genoemde kernkenmerken komen echter voor bij de meeste computervirussen. |