Internet Explorer (IE), of welke webbrowser dan ook, draait niet op een enkele OSI-laag. Het werkt samen met meerdere lagen:
* Applicatielaag (laag 7): Dit is de primaire laag waarin IE opereert. Het gebruikt protocollen zoals HTTP, HTTPS, FTP, enz. om met webservers te communiceren en webpagina's op te halen. De browser interpreteert de HTML, CSS en JavaScript om de pagina weer te geven.
* Presentatielaag (laag 6): IE verzorgt de gegevensopmaak en -codering (bijvoorbeeld het converteren van gegevens van en naar verschillende tekensets).
* Sessielaag (laag 5): Hoewel IE niet direct betrokken is bij de kernfunctionaliteit, vertrouwt het impliciet op de functies van de sessielaag voor het beheren van verbindingen en sessies met webservers.
* Transportlaag (laag 4): IE maakt gebruik van TCP (Transmission Control Protocol) om een betrouwbare, geordende levering van gegevens te garanderen. Af en toe kan UDP (User Datagram Protocol) voor bepaalde aspecten worden gebruikt, hoewel dit minder vaak voorkomt.
* Netwerklaag (laag 3): IE communiceert met de netwerklaag via IP-adressen om datapakketten naar de juiste bestemming te routeren.
* Datalinklaag (laag 2): Deze laag houdt zich bezig met fysieke adressering (MAC-adressen) en lokale netwerkcommunicatie. IE heeft geen directe controle over deze laag, maar is afhankelijk van de onderliggende netwerkinfrastructuur.
* Fysieke laag (laag 1): Deze laag houdt zich bezig met de fysieke overdracht van data (kabels, draadloze signalen). Nogmaals, IE is er niet direct bij betrokken, maar hangt af van de functie van deze laag.
Kortom, IE omvat alle zeven lagen van het OSI-model, maar de primaire functie ervan bevindt zich in de applicatielaag. |