ICS (Interconnection System) vergemakkelijkt de communicatie door een verscheidenheid aan methoden te gebruiken, afhankelijk van de specifieke implementatie, maar vertrouwt over het algemeen op gestandaardiseerde protocollen en interfaces om verschillende systemen en netwerken met elkaar te verbinden. Dit kan het volgende omvatten:
* Netwerkprotocollen: TCP/IP, Ethernet, enz., om gegevens tussen verschillende apparaten te verzenden.
* Gegevensformaten: XML, JSON, enz., om informatie te structureren en uit te wisselen.
* API's (Application Programming Interfaces): Om verschillende systemen te laten communiceren en gegevens te delen.
* Berichtenwachtrijen: Om de communicatie efficiënt te beheren en te routeren.
In wezen fungeert ICS als een brug of vertaler waardoor verschillende systemen die anders mogelijk incompatibel zouden zijn, effectief kunnen communiceren. De *specifieke* methoden die worden gebruikt, zijn sterk afhankelijk van de context van het betreffende ICS. |