ATA-snelheidsclassificatie verwijst naar de overdrachtssnelheid van een ATA-hardeschijfinterface (Advanced Technology Attachment) . Het is een maatstaf voor hoe snel gegevens kunnen worden overgedragen tussen de harde schijf en het moederbord van de computer. Het is echter belangrijk om te begrijpen dat dit tegenwoordig een verouderde en grotendeels irrelevante specificatie is.
ATA-snelheidsclassificaties werden vroeger uitgedrukt in modusgetallen , zoals ATA/IDE Ultra DMA-modi (bijv. UDMA 33, UDMA 66, UDMA 100, UDMA 133). Deze cijfers vertegenwoordigen de theoretische maximale overdrachtssnelheid in megabytes per seconde (MB/s).
Waarom het verouderd is:
* SATA heeft ATA vervangen: SATA (Seriële ATA)-interfaces hebben ATA/IDE als standaard voor harde schijven en solid-state drives (SSD's) volledig vervangen. SATA biedt aanzienlijk hogere overdrachtssnelheden en verbeterde prestaties.
* Snelheden zijn niet langer de beperkende factor: Hoewel ATA-snelheidsclassificaties ooit belangrijk waren, wordt de werkelijke snelheid van moderne opslagapparaten bepaald door vele factoren die verder gaan dan de interface zelf (bijvoorbeeld de rotatiesnelheid van de schijf, de controllersnelheid en de bussnelheden). De interface is meestal geen bottleneck meer.
Samenvattend:hoewel ATA-snelheidsclassificaties ooit een belangrijke specificatie waren, zijn ze praktisch irrelevant in het moderne computergebruik. Als je tegenwoordig naar opslagapparaten kijkt, moet je je concentreren op de interface (SATA, NVMe, etc.), de opslagcapaciteit (GB of TB) en de lees-/schrijfsnelheden gemeten in MB/s of IOPS (Input/Output Operations Per Second). |