Om een zelfondertekend certificaat op Windows te maken, kunt u de volgende stappen volgen:
1. Open de opdrachtprompt.
2. Typ de volgende opdracht:
```
certmgr -add -n Certificaatnaam -s -r localMachine Root
```
Vervang 'CertificaatNaam' door de naam die u aan uw certificaat wilt geven.
3. Druk op Enter.
4. U wordt gevraagd een wachtwoord voor het certificaat in te voeren. Voer een sterk wachtwoord in en druk op Enter.
5. Het certificaat wordt gemaakt en opgeslagen in het rootarchief van de lokale machine.
6. Om het certificaat te bekijken, typt u de volgende opdracht:
```
certmgr -list -r localMachine Root
```
7. Het certificaat wordt weergegeven in het consolevenster.
8. Om het certificaat te exporteren, typt u de volgende opdracht:
```
certmgr -export -f Certificaatnaam.cer -n Certificaatnaam -r localMachine Root
```
Vervang 'CertificaatNaam' door de naam van uw certificaat.
9. Het certificaat wordt naar het opgegeven bestand geëxporteerd.
10. U kunt het geëxporteerde certificaat nu gebruiken voor het beoogde doel. |