Windows Server en Windows 10 zijn twee verschillende besturingssystemen die door Microsoft voor verschillende doeleinden zijn ontwikkeld. Dit zijn de belangrijkste verschillen tussen de twee:
Doel: Windows Server is een besturingssysteem op serverniveau dat is ontworpen voor gebruik op servers en andere bedrijfsomgevingen. Het biedt geavanceerde netwerk-, beveiligings- en beheerfuncties voor het uitvoeren van kritieke zakelijke applicaties en services. Windows 10 daarentegen is een desktopbesturingssysteem dat voornamelijk bedoeld is voor pc's, laptops en andere consumentenapparaten.
Licenties: Windows Server vereist een afzonderlijke licentie voor elke serverinstantie, terwijl voor Windows 10 doorgaans een licentie wordt verleend per apparaat of via abonnementsmodellen. Licentiekosten voor Windows Server kunnen variëren, afhankelijk van de editie en het aantal vereiste functies.
Kenmerken: Windows Server biedt een breder scala aan functies die zijn afgestemd op serveromgevingen, zoals Active Directory Domain Services (AD DS) voor gecentraliseerd identiteitsbeheer, Hyper-V voor virtualisatie, Failover Clustering voor hoge beschikbaarheid en uitgebreide beveiligingsfuncties. Windows 10 richt zich daarentegen op productiviteit, gebruikerservaring en compatibiliteit met consumententoepassingen.
Serverrollen en services: Met Windows Server kunt u verschillende serverrollen en -functies installeren om het besturingssysteem aan te passen voor specifieke taken. Deze rollen en services omvatten webserving, het delen van bestanden, printserving, databasebeheer, externe toegang en meer. Windows 10 kent het concept van serverrollen of services niet op dezelfde manier als Windows Server.
Beheer en administratie: Windows Server biedt geavanceerde beheertools en interfaces, zoals Server Manager, om servers effectief te configureren, monitoren en beheren. Het ondersteunt ook extern beheer met behulp van Windows Remote Management (WinRM) en Groepsbeleid voor het configureren van instellingen op meerdere servers. Windows 10 heeft beperktere beheeropties, voornamelijk gericht op gebruikersaccount-, apparaat- en applicatie-instellingen.
Schaalbaarheid en prestaties: Windows Server is geoptimaliseerd voor schaalbaarheid, prestaties en betrouwbaarheid in grootschalige omgevingen. Het ondersteunt een breed scala aan hardwareconfiguraties en kan zware werklasten efficiënt verwerken. Hoewel Windows 10 op verschillende apparaten kan worden uitgevoerd, is het niet ontworpen om hetzelfde niveau van schaalbaarheid en prestaties te bieden als Windows Server.
Ondersteuning: Windows Server heeft doorgaans een langere ondersteuningslevenscyclus dan Windows 10, met regelmatige beveiligings- en functie-updates. Enterprise-klanten kunnen ook kiezen voor uitgebreide supportcontracten voor bedrijfskritische applicaties. Windows 10 volgt een regelmatig releaseschema, waarbij elke paar jaar nieuwe versies worden uitgebracht, en de ondersteuning duurt doorgaans een paar jaar vanaf de releasedatum.
Samenvattend is Windows Server een robuust besturingssysteem op serverniveau dat geschikt is voor zakelijke en ondernemingsomgevingen, terwijl Windows 10 een veelzijdig desktopbesturingssysteem is dat is ontworpen voor pc's en consumentengebruik. De keuze tussen Windows Server en Windows 10 hangt af van de specifieke eisen, functionaliteit en omgeving waarin het besturingssysteem gebruikt gaat worden. |