Standaard wordt de standaarduitvoer in Unix doorgestuurd naar de terminal waar de opdracht wordt uitgevoerd. Dit betekent dat alle uitvoer die door de opdracht wordt geproduceerd, op het scherm wordt weergegeven. De standaarduitvoer kan echter ook worden omgeleid naar een bestand of een ander commando met behulp van de omleidingsoperatoren <,> en>>.
Met de volgende opdracht wordt de standaarduitvoer van de ls-opdracht bijvoorbeeld omgeleid naar een bestand met de naam my_files.txt:
```
ls> mijn_bestanden.txt
```
Hierdoor wordt een nieuw bestand gemaakt met de naam my_files.txt en wordt de uitvoer van het ls-commando ernaar geschreven.
Op dezelfde manier zal het volgende commando de standaarduitvoer van het ls-commando omleiden naar het grep-commando, dat vervolgens de uitvoer zal filteren en alleen de regels zal weergeven die het woord "bestand" bevatten:
```
ls | grep-bestand
```
Hierdoor worden alle bestanden in de huidige map weergegeven die het woord "bestand" in hun naam bevatten. |