De functietoetsen F2, F8 en F12 in Vista worden vaak gebruikt voor verschillende doeleinden die verband houden met het opstartproces en systeemherstel. Er zijn echter nog een paar andere functietoetsen die ook kunnen worden gebruikt om verschillende opstartopties op te roepen of specifieke acties uit te voeren tijdens het opstartproces. Hier zijn een paar voorbeelden:
F1:
- Dell-computers :Het BIOS-setupprogramma openen.
F5:
- HP-computers :Het BIOS-setupprogramma openen.
F10:
- Lenovo-computers :Het BIOS-setupprogramma openen.
- Acer-computers :Het BIOS-setupprogramma openen.
F11:
- Dell-computers :Het systeemherstelproces starten met behulp van een fabrieksherstelpartitie of opstartbare media.
- HP-computers :Het systeemherstelproces starten met behulp van HP Recovery Manager.
F12:
- Dell-computers :een eenmalig opstartmenu weergeven waarmee u een specifiek opstartapparaat kunt selecteren.
- HP-computers :het opstartmenu weergeven, waarin de beschikbare opstartapparaten worden vermeld.
- Lenovo-computers :het opstartmenu weergeven, waarin de beschikbare opstartapparaten worden vermeld.
- Acer-computers :het opstartmenu weergeven, waarin de beschikbare opstartapparaten worden vermeld.
Deze functietoetsen kunnen variëren, afhankelijk van de specifieke computerfabrikant en het specifieke model. Het is altijd raadzaam om de gebruikershandleiding of technische documentatie van uw computer te raadplegen om de exacte functionaliteit van elke functietoets te bevestigen. |