| Een appelschil bestaat voornamelijk uit plantencellen met verschillende stoffen, waaronder:
* Cellulose: Een structureel polysacharide dat stijfheid en sterkte biedt.
* Hemicellulose en pectine: Andere polysachariden die bijdragen aan de textuur en structuur van de schil.
* Lignine: Een complex polymeer dat bijdraagt aan de stijfheid en weerstand tegen verval.
* Snijden: Een wasachtige substantie die een beschermende laag op het oppervlak vormt, waardoor waterverlies wordt verminderd en wordt beschermd tegen ziekteverwekkers.
* Wassen: Net als cutin dragen ze bij aan het glanzende uiterlijk en de waterbestendigheid.
* Flavonoïden: Deze pigmenten dragen bij aan de kleur (rood, groen, geel) en werken tevens als antioxidanten.
* Andere verbindingen: Inclusief verschillende suikers, zuren (zoals appelzuur die bijdragen aan de zuurheid) en vluchtige stoffen die bijdragen aan het aroma.
Kortom, het is een complex mengsel van structurele koolhydraten, beschermende wassen en andere bioactieve stoffen. |