1. Ontwerp:
De Apple I was een computer met één bord, ontworpen en met de hand gebouwd door Steve Wozniak in 1976. Hij werd niet verkocht als een compleet systeem, maar eerder als een pakket met componenten die de gebruiker moest monteren en aan elkaar solderen.
2. Hardware:
- Het bevatte de MOS 6502-microprocessor, draaiend op 1,023 MHz.
- 4kB RAM (uitbreidbaar tot 8kB of 48kB met uitbreidingskaarten).
- Geen ingebouwde monitor of toetsenbord, maar wel een video-uitgang en een connector voor een ASCII-toetsenbord.
3. Besturingssysteem en basistaal:
- De Apple I had geen ingebouwd besturingssysteem. In plaats daarvan moest een gebruiker hem verbinden met een teletype of een andere terminal om opdrachten in te voeren.
- Wozniak schreef een versie van de BASIC-programmeertaal voor de Apple I, genaamd "Integer BASIC", die in ROM was opgeslagen en zonder enige aanvullende software kon worden gebruikt.
4. Grafisch en geluid:
- Er werd voorzien in elementaire grafische mogelijkheden, waaronder de mogelijkheid om lijnen, vierkanten en cirkels te tekenen op een tekstdisplay.
- De Apple I had geen ingebouwde geluidsmogelijkheden.
5. Massaproductie:
- Steve Jobs zag het potentieel van Wozniaks ontwerp en overtuigde hem ervan een bedrijf te starten genaamd Apple Computer om volledig geassembleerde Apple I-systemen te verkopen.
- De Apple I was geen commercieel succes; Er werden slechts ongeveer 200 exemplaren verkocht. Het legde echter de basis voor de ontwikkeling van de Apple II, die in 1977 werd geïntroduceerd en een van de meest succesvolle personal computers van die tijd werd. |