Om het formaat van de foutopsporingsinformatie in een objectbestand te specificeren, moet u de vlag `-g` (`--debug`) van uw compiler gebruiken. Verschillende soorten foutopsporingsinformatie kunnen worden gespecificeerd met behulp van de `-g` optie, waarbij verschillende varianten verschillende informatieniveaus produceren. U kunt ook de `-fdebug-*` opties gebruiken om specifieke opties voor foutopsporingsinformatie te beheren, zoals het genereren van DWARF.
Als u bijvoorbeeld foutopsporingsinformatie in het DWARF-formaat wilt genereren, kunt u de volgende compilervlag gebruiken:
```
-g -gdwerg
```
Dit zal naast uw objectbestand een `.dwo`-bestand (debug-with-optimizations) produceren, dat de DWARF-foutopsporingsinformatie bevat.
Om foutopsporingsinformatie te genereren in een specifieke versie van het DWARF-formaat, kunt u de `-gdwarf-*` opties gebruiken:
```
-g -gdwarf-2
```
Dit genereert foutopsporingsinformatie in het DWARF-2-formaat.
Voor meer gedetailleerde informatie over de verschillende `-g` en `-fdebug-*` opties kunt u de documentatie voor uw specifieke compiler raadplegen. |