Kopiëren en plakken, en knippen en plakken zijn beide sneltoetsen die worden gebruikt om tekst, afbeeldingen of andere gegevens te dupliceren en te verplaatsen. Hoewel ze vergelijkbaar zijn, is er een subtiel verschil tussen de twee.
Kopiëren: Wanneer u tekst of gegevens kopieert, maakt u er een duplicaat van dat elders kan worden geplakt. De originele gegevens blijven intact. De sneltoets voor kopiëren is meestal Ctrl+C op Windows en Command+C op Mac.
Plakken: Wanneer u gegevens plakt, voegt u de gekopieerde of geknipte gegevens op de huidige locatie in. De gegevens worden op de cursorpositie ingevoegd. De sneltoets voor plakken is meestal Ctrl+V op Windows en Command+V op Mac.
Knippen: Wanneer u gegevens knipt, verwijdert u deze van de oorspronkelijke locatie en plaatst u deze op het klembord. De gegevens zijn niet langer beschikbaar op de oorspronkelijke locatie. De sneltoets voor knippen is meestal Ctrl+X op Windows en Command+X op Mac.
Plakken: Wanneer u gegevens plakt, voegt u de geknipte of gekopieerde gegevens op de huidige locatie in. De gegevens worden op de cursorpositie ingevoegd. De sneltoets voor plakken is meestal Ctrl+V op Windows en Command+V op Mac.
Daarom ligt het verschil tussen kopiëren en plakken en knippen en plakken in de actie die op de originele gegevens wordt uitgevoerd. Met kopiëren en plakken worden de gegevens gedupliceerd, terwijl met knippen en plakken de gegevens van de oorspronkelijke locatie worden verwijderd. |