1. Hardware-instellingen
U kunt de instellingen van een hardwareapparaat wijzigen, zoals:
* Energie-instellingen
* Geavanceerde instellingen
* Stuurprogramma-instellingen
Als u de instellingen van een hardwareapparaat wilt wijzigen, opent u Apparaatbeheer, klikt u met de rechtermuisknop op het apparaat en selecteert u Eigenschappen . Klik vervolgens op Instellingen tabblad.
2. Stuurprogramma-instellingen
U kunt ook de stuurprogramma-instellingen van een hardwareapparaat wijzigen. Open hiervoor Apparaatbeheer, klik met de rechtermuisknop op het apparaat en selecteer Stuurprogramma's bijwerken . Volg daarna de instructies op het scherm.
3. Apparaatstatus
U kunt ook de status van een hardwareapparaat controleren. Open hiervoor Apparaatbeheer, klik met de rechtermuisknop op het apparaat en selecteer Eigenschappen . Klik vervolgens op Algemeen tabblad. De status van het apparaat wordt weergegeven onder Apparaatstatus . |