De methode voor het invoegen van een record in een tabel met een identiteitskolom is afhankelijk van het databasesysteem dat u gebruikt. Het kernprincipe is dat je dat niet doet geef een waarde op voor de identiteitskolom; de database genereert deze automatisch.
Hier zijn voorbeelden van enkele veelgebruikte databasesystemen:
SQL-server:
```sql
INSERT INTO YourTable (Kolom1, Kolom2, Kolom3)
WAARDEN ('Waarde1', 'Waarde2', 'Waarde3');
```
In dit voorbeeld is 'YourTable' de tabelnaam en zijn 'Kolom1', 'Kolom2' en 'Kolom3' kolommen *anders dan* de identiteitskolom. De database wijst automatisch een unieke waarde toe aan de identiteitskolom.
MySQL:
```sql
INSERT INTO YourTable (Kolom1, Kolom2, Kolom3)
WAARDEN ('Waarde1', 'Waarde2', 'Waarde3');
```
Net als bij SQL Server laat u de identiteitskolom weg uit de `INSERT`-instructie. MySQL verwerkt automatisch de automatische verhoging.
PostgreSQL:
```sql
INSERT INTO YourTable (Kolom1, Kolom2, Kolom3)
WAARDEN ('Waarde1', 'Waarde2', 'Waarde3');
```
Opnieuw geldt hetzelfde principe. Het gegevenstype 'SERIAL' of 'BIGSERIAL' van PostgreSQL verwerkt automatisch het genereren van unieke waarden.
Orakel:
```sql
INSERT INTO YourTable (Kolom1, Kolom2, Kolom3)
WAARDEN ('Waarde1', 'Waarde2', 'Waarde3');
```
De sequenties en identiteitskolommen van Oracle werken op dezelfde manier; u geeft er tijdens het invoegen geen waarde voor op.
Belangrijke overwegingen:
* Identiteitskolomnaam: Zorg ervoor dat u de naam van uw identiteitskolom begrijpt. Neem het *niet* op in de `INSERT`-instructie. Als u probeert een waarde in de identiteitskolom in te voegen, resulteert dit doorgaans in een fout, afhankelijk van de striktheid van de database.
* Gegevenstypen: Zorg ervoor dat de waarden die u opgeeft voor de andere kolommen overeenkomen met hun respectieve gegevenstypen.
* NULL-waarden: Als een kolom 'NULL'-waarden toestaat, kunt u deze weglaten uit de 'INSERT'-instructie, en de database zal een 'NULL'-waarde invoegen.
* Foutafhandeling: Neem altijd de juiste foutafhandeling op in uw applicatiecode om mogelijke problemen tijdens het invoegproces op te lossen.
Samenvattend is het de sleutel om alleen waarden op te geven voor de niet-identiteitskolommen in uw `INSERT`-instructie. Laat de database de identiteitskolom automatisch beheren. De specifieke syntaxis kan enigszins variëren, afhankelijk van het databasesysteem dat u gebruikt, maar het onderliggende principe blijft consistent. |