Een spreadsheetcel kan een breed scala aan gegevenstypen bevatten, waaronder:
tekst:
* Dit is het meest voorkomende type gegevens in een spreadsheet. Het kan alles zijn, van eenvoudige tekst tot complexe formules.
* Voorbeelden:"John Doe", "Sales Report", "januari 2023"
Nummers:
* Kan hele getallen, decimalen, percentages, datums en tijden zijn.
* Voorbeelden:100, 3,14, 15%, 2023-01-01, 10:30 uur
formules:
* Dit zijn wiskundige uitdrukkingen die berekeningen op andere cellen uitvoeren.
* Voorbeelden:=som (a1:a10), =gemiddeld (b1:b5), =if (a1> 10, "ja", "nee")
datums en tijden:
* Specifieke datums en tijden kunnen direct worden ingevoerd of berekend met behulp van formules.
* Voorbeelden:2023-01-01, 10:30 AM, =Today (), =Now ()
Booleaanse waarden (true/false):
* Vertegenwoordigen logische toestanden, vaak gebruikt in voorwaardelijke opmaak of formules.
* Voorbeelden:waar, niet waar
Fouten:
* Een probleem aangeven met een formule of gegevens.
* Voorbeelden:#div/0!, #Name?, #Value!
Hyperlinks:
* Links naar externe websites of documenten.
* Voorbeelden:https://www.google.com, [verkooprapport] (./ Sales_report.pdf)
afbeeldingen, grafieken en andere objecten:
* Kan worden ingebed in een cel om gegevens te visualiseren.
* Voorbeelden:afbeeldingen van producten, staafdiagrammen, cirkeldiagrammen.
Speciale tekens:
* Kan symbolen, valuta's en andere niet-alfanumerieke tekens bevatten.
* Voorbeelden:$, %, @, #, &
Het specifieke gegevenstype dat in een cel kan worden opgeslagen, hangt vaak af van de gebruikte spreadsheet -software. |