Exploitanten van spreadsheetformule:
Arithmetic Operators:
* + (Toevoeging):voegt twee waarden samen toe.
* - (Aftrekking):trekt de ene waarde van de andere af.
* \ * (Vermenigvuldiging):vermenigvuldigt twee waarden.
* / (Divisie):verdeelt de ene waarde door de andere.
* % (Modulo):Retourneert de rest van een divisie.
* ^ (Exponent):verhoogt een waarde voor een kracht.
Vergelijkingsoperators:
* = (Gelijk aan):controleert of twee waarden gelijk zijn.
* <> (Niet gelijk aan):controleert of twee waarden niet gelijk zijn.
* < (Minder dan):controleert of de ene waarde minder is dan de andere.
* > (Groter dan):controleert of de ene waarde groter is dan de andere.
* <= (Minder dan of gelijk aan):controleert of de ene waarde kleiner is dan of gelijk is aan de andere.
* > = (Groter dan of gelijk aan):controleert of de ene waarde groter is dan of gelijk aan de andere.
tekstoperators:
* & (Concatatie):voegt zich bij twee tekstreeksen samen.
Logische operators:
* en :Retourneert waar als alle argumenten waar zijn.
* of :Retourneert waar als ten minste één argument waar is.
* niet :Keert de logische waarde van een argument om.
Referentieoperators:
* : (Bereikoperator):selecteert een reeks cellen.
* , (Union Operator):combineert meerdere celreferenties.
Andere operators:
* () (Haakjes):gebruikt om de volgorde van bewerkingen te regelen.
Voorbeelden:
* =som (a1:a10) :Voegt de waarden toe in cellen A1 aan A10.
* =a1* b1 :Vermenigvuldigt de waarden in cellen A1 en B1.
* =if (a1> 10, "high", "low") :Controleert of de waarde in A1 groter is dan 10 en vertoont "hoog" indien waar, "laag" anders.
* =A1 &"" &B1 :Samenvoegt de tekst in cellen A1 en B1 met een ruimte daartussenin.
Deze operators bieden een breed scala aan mogelijkheden voor het manipuleren van gegevens en het uitvoeren van berekeningen in spreadsheets. |