In Windows NT worden zwervende gebruikersprofielen niet opgeslagen op een enkele, gemakkelijk herkenbare locatie, zoals in latere versies van Windows. In plaats daarvan hangt de locatie af van hoe de netwerkbeheerder het systeem heeft geconfigureerd. De profielgegevens worden doorgaans opgeslagen op een netwerkshare, maar het exacte pad wordt opgegeven tijdens het maken en configureren van het profiel via de accountinstellingen van de gebruiker in de gebruikersbeheertools van het domein (zoals de Active Directory Users and Computers-console). Er is geen standaard of één universeel toepasbare map. |