Deze verklaring is over het algemeen waar, maar met enkele belangrijke kanttekeningen. Wanneer u in PowerPoint 2010 (en latere versies) een bestand *invoegt*, zoals een afbeelding, video of audio, wordt dit doorgaans standaard *ingesloten*. Dit betekent dat de gegevens van het bestand zijn opgenomen in het PowerPoint-presentatiebestand zelf. Het resultaat is één op zichzelf staand bestand.
Er zijn echter uitzonderingen:
* Gekoppelde bestanden: Met PowerPoint kunt u *linken* naar externe bestanden in plaats van ze in te sluiten. Dit betekent dat het bestand niet in de presentatie is opgenomen; in plaats daarvan maakt PowerPoint een link naar de locatie. Als het gekoppelde bestand wordt verplaatst of verwijderd, wordt de koppeling verbroken en wordt er een foutmelding weergegeven in uw presentatie.
* Bestandsgrootte: Zeer grote bestanden zijn mogelijk te groot om praktisch in te sluiten. PowerPoint geeft u mogelijk de mogelijkheid om in plaats daarvan te linken of zelfs te weigeren ze in te sluiten.
* Gebruikerskeuze: De gebruiker heeft enige controle over het insluiten of linken. Hoewel insluiten voor veel bestandstypen de standaard is, kan de gebruiker er tijdens het invoegproces meestal voor kiezen om in plaats daarvan te koppelen.
Kortom:hoewel insluiten het *gebruikelijke* gedrag is in PowerPoint 2010 voor ingevoegde bestanden, is dit geen absolute garantie. De keuzes van de gebruiker en de grootte van het bestand kunnen van invloed zijn op de vraag of het bestand is ingesloten of gekoppeld. |