De items die onderaan het scherm in Microsoft Office PowerPoint worden weergegeven, worden de statusbalk genoemd .
Hier is een uitsplitsing van de items die u mogelijk vindt op de statusbalk:
* dia -nummer: Toont het huidige dia -nummer en het totale aantal dia's in de presentatie.
* Bekijk: Geeft de huidige weergave aan waarin u zich bevindt (normaal, schuifborder, notitiepagina, enz.).
* zoom: Toont het huidige zoomniveau en stelt u in staat om het met de schuifregelaar aan te passen.
* Taal: Toont de huidige taal van de presentatie.
* klaar: Toont de status van de presentatie (klaar, niet reageren, enz.).
* Presentatiemodus: Toont dat u zich in de presentatiemodus bevindt (meestal een zwarte rechthoek).
* Andere pictogrammen: Kan pictogrammen bevatten voor:
* spelling en grammatica: Een vinkje geeft geen fouten aan, een golvende lijn geeft een mogelijke spelling- of grammaticafout aan.
* Animaties en overgangen: Toon de timing van animaties en overgangen.
* Opmerkingen: Toon de zichtbaarheid van notities (als u notities hebt die aan de dia zijn gekoppeld).
* Slide Show: Geeft aan dat de huidige dia wordt getoond.
* Schermopname: Als u uw presentatie opneemt.
* glijdt van: Geeft de bron van de dia aan als u meerdere dia's uit verschillende bronnen hebt.
Belangrijke opmerking: De exacte items die op de statusbalk worden weergegeven, kunnen variëren, afhankelijk van de versie van PowerPoint die u gebruikt en eventuele aanpassingen die u hebt gemaakt. |