Het hangt af van welk aspect van "document" u wilt benadrukken! Hier zijn enkele voorbeelden:
voor formaat:
* Formeel document: Juridisch, officieel of zakelijk gerelateerd.
* Informeel document: Persoonlijke opmerkingen, brieven of memo's.
* tekstdocument: Een bestand met voornamelijk tekst, zoals een tekstverwerkingsdocument.
* spreadsheet -document: Gegevens georganiseerd in rijen en kolommen.
* presentatiedocument: Diavoorstellingen of multimedia -presentaties.
voor inhoud:
* Informatief document: Beoogt informatie te verstrekken, zoals een rapport of artikel.
* overtuigend document: Pogingen om de lezer te overtuigen van een standpunt, zoals een voorstel of essay.
* instructiedocument: Begeleidt de lezer door een proces, zoals een handleiding of recept.
* Juridisch document: Een document met juridische implicaties, zoals een contract of wil.
* Historisch document: Een document met historische betekenis, zoals een dagboek of brief.
Voor het doel:
* Referentiedocument: Biedt informatie voor toekomstig gebruik, zoals een woordenboek of encyclopedie.
* promotiedocument: Beoogt een product of dienst te promoten, zoals een brochure of flyer.
* Financieel document: Heeft betrekking op financiële zaken, zoals een budget of factuur.
* Medisch document: Heeft betrekking op de gezondheidszorg, zoals de grafiek of het recept van een patiënt.
voor eigendom:
* Vertrouwelijk document: Een document dat niet buiten een specifieke groep moet worden gedeeld.
* openbaar document: Een document dat toegankelijk is voor het publiek.
* Persoonlijk document: Een document van een individu.
Andere opties:
* Gedigitaliseerd document: Een document omgezet in een digitaal formaat.
* Elektronisch document: Een document gemaakt en elektronisch opgeslagen.
* Brondocument: Het originele document waaruit informatie is afgeleid.
Door het type document of aspect op te geven dat u wilt benadrukken, kunt u het meest geschikte woord of zin vinden. |