Illustraties die worden omgezet van papier tot elektronisch formaat, meestal ondergaan een proces dat digitalisering wordt genoemd.
Hier is een uitsplitsing van wat erbij betrokken is:
* Scannen: Dit is de meest voorkomende methode. Een scanner gebruikt licht en sensoren om een digitaal beeld van de illustratie te maken. Resolutie (DPI) is hier belangrijk voor kwaliteit.
* Fotografie: Camera's met hoge resolutie kunnen de illustratie vastleggen, vooral voor grotere stukken. Verlichtings- en lenskeuze zijn cruciaal voor nauwkeurige kleur en details.
* traceren: Met behulp van software zoals Adobe Illustrator kan de illustratie handmatig opnieuw worden getekend over een gescande afbeelding, waardoor een vectorafbeelding wordt gemaakt. Deze methode zorgt voor eenvoudiger bewerken en schaalbaarheid.
Na digitalisering kan de afbeelding ondergaan:
* schoonmaken: Het verwijderen van stof, krassen of vlekken uit het gescande beeld.
* Kleurcorrectie: Kleuren aanpassen aan het originele kunstwerk.
* Bewerking van afbeeldingen: Verbeteringen zoals contrast, helderheid of slijpen kunnen worden toegepast.
* vectorisatie: Een rasterafbeelding converteren (zoals een foto) naar een vectorafbeelding voor schaalbaarheid zonder kwaliteit te verliezen.
De uiteindelijke uitvoer kan worden opgeslagen in verschillende bestandsindelingen:
* jpeg: Vaak voor foto's en illustraties met veel kleuren.
* png: Ondersteunt transparantie, ideaal voor logo's of afbeeldingen met minder kleuren.
* gif: Beperkt kleurenpalet, vaak gebruikt voor eenvoudige animaties.
* svg: Vectorformaat, perfect voor schaalbare afbeeldingen zoals logo's.
Uiteindelijk zijn de specifieke technieken en de gekozen bestandsformaten afhankelijk van de originele illustratie, de gewenste kwaliteit en hoe de elektronische versie zal worden gebruikt. |